Praktische oplossing verbod retroactieve beslissing disponibiliteit
Het verbod op retroactieve beslissingen tot disponibiliteit kan in de praktijk moeilijkheden met zich meebrengen. Hoe kan men daarmee omgaan als lokaal bestuur? Een praktische oplossing voor dit probleem is mogelijk sinds de invoering van het nieuwe BVR RPR 2023!
Artikel 196 van het oud BVR RPR (2007) bepaalt dat het statutair personeelslid in disponibiliteit kan worden gesteld op het ogenblik dat het personeelslid het totale aantal beschikbare ziektekredietdagen heeft opgebruikt. Het personeelslid kan dus pas in de stand disponibiliteit worden geplaatst (en een wachtgeld ontvangen) nadat de aanstellende overheid de beslissing heeft genomen om het statutaire personeelslid in disponibiliteit te stellen. Indien het bestuur echter te laat heeft vastgesteld dat het ziektekrediet van een personeelslid reeds is opgebruikt, kan zij niet retroactief beslissen om het betrokken personeelslid op disponibiliteit te plaatsen vanaf de datum van uitputting van het ziektekrediet. Indien een beslissing tot disponibiliteit toch retroactief werd genomen, kan de toezichthoudende overheid deze beslissing vernietigen.
In de praktijk geeft deze regel soms moeilijkheden. Toch kan dit probleem volgens ABB worden opgelost in het licht van het nieuwe BVR RPR 2023. De tekst van het nieuwe BVR RPR 2023 laat immers toe dat lokale besturen een bepaling opnemen in hun rechtspositieregeling dat wiens ziektekrediet uitgeput is automatisch in de stand disponibiliteit terechtkomt.
Bron: Advies ABB